|
Een Gelders kroniekje uit ca. 1546
Woord vooraf
De gouden eeuw van Gelre, Glorie van Gelre, Gelderland – Het verloren hertogdom, Verhaal van Gelderland. Vier titels. Welke hoort niet thuis in het rijtje? Een wat flauwe vraag, want eigenlijk horen ze er allemaal in thuis, maar de eerste drie zijn titels van tentoonstellingen, terwijl de laatste de titel is van een boek. Wie het verhaal van de lange geschiedenis van Gelderland tot zich wil nemen, wordt met die fonkelnieuwe vierdelige geschiedenis uitgebreid bediend. Met zijn honderden illustraties, kaarten en grafieken is het een tentoonstelling op papier. Maar wie het Stadsmuseum in Harderwijk bezoekt of de Eusebiuskerk in Arnhem, voor de tentoonstellingen die daar te zien zijn ondergaat het verhaal op een veel tastbaarder manier. Een tentoonstelling maakt geschiedenis voor een breder publiek voelbaar, en wie de Gelderse geschiedenis wil laten zien, kan gebruik maken van een overvloed aan objecten. De tentoonstelling in Harderwijk, Gelderland – Het verloren hertogdom, ingericht door de Ridders van Gelre en nog te zien tot 7 mei brengt de prehistorie nabij met een prachtige klokbeker, toont de glorie van de middeleeuwen met het Schippersantependium uit Nijmegen en een blinkend getijdenboek uit het Arnhemse klooster Bethanië. Het schilderij met de Gelderse draak uit Geldern is er, net als een omvangrijk schilderij met het Beleg van de Schenkenschans (1636), en ontroerend en afschuwelijk tegelijk is het Zutphense Vikingslachtoffer. Hoezeer Gelderland telkens het toneel was van oorlogsgeweld toont een kaart van het Rode Kruis met een overzicht van de Nederlandse oorlogsslachtoffers per provincie.
Deze geschiedenis in objecten, begeleid door het verhaal zoals verteld door de Ridders van Gelre in een audiotour, is een krachtig pleidooi voor een duurzamer onderkomen van het tastbare en zichtbare verhaal van Gelderland, een Gelders museum. De Ridders maken zich er al jaren sterk voor, en lijken het tij mee te hebben. Zou in Gelderland mogelijk zijn wat op landelijke schaal mislukt is? Een Nationaal historisch museum kwam er immers niet, en lijkt, ook al staat het vermeld in het coalitieakkoord van de huidige regering, ook nu geen hoge prioriteit te hebben. Gelderland heeft veel musea die delen van de geschiedenis vertellen, maar het hele verhaal komt nergens aan bod. Een plek waar dat overkoepelende verhaal verteld wordt, kan voor samenhang zorgen en brengt de losse draden bij elkaar. Wat het verhaal is, is te lezen in de vier boeken die eind 2022 verschenen. Het is relevant en boeiend genoeg voor één samenhangende presentatie. Een Gelders Museum? Het idee is prikkelend en verdient een grondig debat, en een blauwdruk die kan laten zien hoe haalbaar het is. Wie denkt dat het louter een bevlieging is, moet nog snel gaan kijken in Harderwijk om daar de talrijke verhalen van Gelderland te ondergaan.
Johan Oosterman, voorzitter Vereniging Gelre
|
|
Symposium: Verhalen van Gelderland
De geschiedenis van Gelderland staat volop in de belangstelling: in november verscheen het vierdelige Verhaal van Gelderland en de Ridders van Gelre zetten ludiek en vasthoudend de Gelderse geschiedenis in de schijnwerpers op radio, televisie en nu ook in een tentoonstelling. Die tentoonstelling en de publicatie van Verhaal van Gelderland zijn aanleiding voor een symposium op 8 april 2023 te Harderwijk over diverse aspecten van de geschiedschrijving: welke bronnen gebruik je, welke verhalen vertel je en hoe bereik je een breed publiek? Daarbij komt vanzelfsprekend Dolly Verhoeven, de drijvende kracht en hoofdredacteur van Verhaal van Gelderland, aan het woord. Bovendien vertellen René Arendsen en Bas Steman, de Ridders van Gelre, met welke middelen je een breed publiek kunt interesseren voor een geschiedenis die lange tijd maar nauwelijks bekend was en hoe zij daarvoor niet alleen radio en televisie inzetten, maar ook andere middelen.
De verhalen worden aanstekelijk verteld, maar hoe komen we aan die verhalen? Daarover gaan drie andere bijdragen aan het het symposium. Archieven vormen van oudsher de bewaarplaats van documenten die een centrale rol spelen als bron voor het schrijven van geschiedenis: oorkonden, brieven, rekeningen om een paar van de belangrijkste te noemen. Archivarissen passen op deze bronnen, zorgen dat ze toegankelijk zijn en zijn vaak ook actief als onderzoeker en auteur. Twee van hen, Frank Keverling Buisman, voormalig Rijksarchivaris van Gelderland (naast heel veel meer) en Rudolf Bosch (Streekarchivaris Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe) gaan met elkaar in gesprek over archieven en waarom het vertellen van die verhalen net zo belangrijk is als het goed op de archiefbronnen passen.
Else Gootjes (Publiek & Presentatie, Erfgoed Gelderland) gaat in op het belang van persoonlijke verhalen voor erfgoed Niet alleen officiële documenten, maar vooral ook de verhalen van mensen die de geschiedenis (mee)gemaakt hebben laten zien hoe het leven eruitzag en hoe het veranderde in de loop van geschiedenis. Deze ‘oral history’ is niet meer weg te denken uit de hedendaagse geschiedschrijving. Het is geen nieuw verschijnsel dat er waarde gehecht wordt aan de verhalen van mensen die de geschiedenis zelf hebben ondergaan. De Kroniek van Gelre, die Nijmegenaar Willem van Berchen in de jaren 1460-1481 schreef, bevat heel wat verhalen die zijn opgetekend uit de eerste hand. Dit maakt zijn kroniek tot een boeiend verhaal en één van de belangrijkste bronnen voor de geschiedenis van Gelre in de veertiende en vijftiende eeuw. Louis Swinkels (voormalig conservator Museum Het Valkhof) heeft de afgelopen jaren meegewerkt aan de vertaling van deze Latijnse kroniek die binnenkort beschikbaar is in het Nederlands. Swinkels vertelt over zijn werk als vertaler en over wat dit werk aan inzichten opleverde.
Verhalen van Gelderland zijn in alle eeuwen verteld en opgeschreven en maken geschiedenis tastbaar en brengen mensen uit het verleden dichtbij. Het symposium in Harderwijk wil dat in tal van aspecten laten zien.
Verhalen van Gelderland is georganiseerd door de Vereniging Gelre en toegankelijk voor leden en niet-leden. Kosten voor deelname, inclusief lunch en bezoek aan de tentoonstelling Gelderland - Het verloren hertogdom (met de Ridders van Gelre als gids) bedragen €47.50 voor leden en €50 voor niet-leden.
|
|
|
Gelderse geschiedenis actueel

Gelderland heeft een bloedstollend spannende geschiedenis. De Ridders van Gelre Bas Steman en René Arendsen zagen het als hun missie om een plek te creëren waar al die verhalen samenkomen. Afgelopen zaterdag 21 januari 2023 openden zij de tentoonstelling ‘Gelderland – Het Verloren Hertogdom’ in Stadsmuseum Harderwijk.
|
|
|
Gelderse geschiedenis actueel

2023 staat in een aantal Gelderse steden in het teken van de Hanze. Op initiatief van het samenwerkingsverband VisitHanzesteden wordt er het ‘Hanzejaar 2023’ georganiseerd vanuit negen Oost-Nederlandse steden: Deventer, Doesburg, Elburg, Harderwijk, Hasselt, Hattem, Kampen, Zutphen en Zwolle. Er worden uiteenlopende activiteiten georganiseerd die in meer of mindere mate aan de Hanze gekoppeld kunnen worden. Dat varieert van speciale projecten van kunstenaars en artiesten, braderieën, workshops oude ambachten en bijeenkomsten voor ondernemers tot extra tentoonstellingen over middeleeuwse onderwerpen en verhalen die verteld worden over de Hanzegeschiedenis van deze steden zelf. Zo organiseert alleen al in Zutphen de Historische Vereniging Zutphen een lezingenreeks, staat het jaarlijkse Middeleeuwensymposium op 29 en 30 juni in het teken van de Hanze, en is vanaf 23 juli in de Burgerzaal de tentoonstelling ‘In de voetsporen van de Hanze’ te zien.
|
|
|
Gelderse geschiedenis actueel
Op vrijdag 30 juni organiseren Erfgoedcentrum & Musea Zutphen samen met de Radboud Universiteit een inspirerend programma over de geschiedenis van de Hanze. Locatie is wederom de Walburgiskerk.
De Hanze spreekt tot de verbeelding door haar combinatie van internationale samenwerking en daadkracht, zeker gezien de actuele uitdagingen op het wereldtoneel. Het leven van de koopman ging echter niet altijd voor de wind en steden raakten regelmatig betrokken bij conflict. Dus hoe werkte de Hanze precies? Jonge onderzoekers en bekende experts uit binnen- en buitenland bieden de nieuwste inzichten in dit netwerk van steden en kooplieden.
Gezien de waardering voor de vorige editie bieden we naast het symposium een extra dag aan: de Collegetour Hanze. Dit programma biedt op 29 juni verdiepende lezingen door onze buitenlandse gasten en excursies o.l.v. het team stadsarcheologie. Het programma van symposium en collegetour treft u aan op: www.middeleeuwen-symposium.nl
|
|
|
Nieuw licht op oude zaken

Naar aanleiding van de digitalisering van het jaarboek Bijdragen en Mededelingen Gelre heeft de redactie van de Nieuwsbrief René Nijhof, bestuurslid van Vereniging Gelre, gevraagd om een artikel uit de oude jaargangen op te duiken dat hem opviel en het herlezen waard is.
|
|
|
Nieuw licht op oude zaken

Roofridders op plundertocht. Afbeelding uit het vijftiende-eeuwse Wolfegger Hausbuch
Historica Roos In't Velt schreef speciaal voor de Nieuwsbrief een interessante bijdrage over een opmerkelijke akte die is afgebeeld in Verhaal van Gelderland, maar daar nauwelijks aan bod komt.
In het onlangs verschenen tweede deel van het Verhaal van Gelderland staat een afbeelding van een bijzondere middeleeuwse akte (p. 154-155). In deze akte beklagen de schepenen van Elburg de wandaden van de roofridder Herbern van Putten, die in het midden van de veertiende eeuw de regio rondom Elburg teisterde. Buiten een kort bijschrift om wordt er in Het Verhaal verder niet ingegaan op de akte. Hoog tijd dus om de context van deze akte en de daarin genoemde daden van Van Putten verder uit te lichten.
Herbern van Putten (gestorven vóór 8 maart 1377) was een grootgrondbezitter en roofridder in het midden van de veertiende eeuw. Zijn familie had bezittingen in en rondom Noord-Veluwe en de Kop van Overijssel, en in 1363 kreeg Herbern het kasteel Puttenstein in leen van de Gelderse hertog. Dit kasteel tussen Oldebroek en Wezep werd vervolgens de uitvalsbasis voor Herberns roof- en plundertochten. Deze activiteiten staan uitvoerig beschreven in de akte. Zo wordt er bijvoorbeeld vermeld dat Herbern en zijn handlangers ‘hout en omheiningen’ uit Elburg hadden gestolen, ‘daer wy Onser coelgarden mede bevreet hadden’ [waarmee wij – de inwoners van Elburg – onze groentetuin hadden omheind’. Tijdens een andere plundertocht hadden de roofridders de sluis van Elburg opengezet, en bij weer andere plundertochten stalen ze onder meer bier, turf en hooi uit de stad.
Ook deinsden Herbern en zijn handlangers niet terug voor het gebruik van geweld. Zo wordt er gezegd dat het gezelschap op een zeker moment Elburg gewapend in kwam rijden, waarbij ze ‘twee van onze burgers dood hebben geslagen, en bovendien zeker tien van onze burgers ernstig hebben verwond’. De volgende dag keerden Herbern en zijn mannen terug naar Elburg, waar ze in het huis van een Elburgse burger binnendrongen, ‘end sloeghen die vrouwe van der hüus die upt uyt draghen was van kinde’ [en sloegen (of doodden) de vrouw des huizes die hoogzwanger was] en stalen vervolgens ‘een handboog, een huik [een soort mantel] en een andere persoonlijke bezittingen’. Tijdens een andere inbraak in Elburg liepen de roofridders echter de bewoners tegen het lijf, waarbij ze ‘alle vijf hun zwaarden en messen pakten, en de man uit zijn huis jaagden, en zijn vrouw mishandelden’.
Naast deze akte is er meer bekend over het leven van Herbern van Putten. Zo weten we hoe hij uiteindelijk ten val kwam. Tijdens zijn leven maakte Herbern meer vijanden dan vrienden. Dit kwam niet alleen door zijn optreden als roofridder, maar ook door politieke conflicten met de Utrechtse bisschoppen. Rond 1372 had Herbern van Putten zich de woede op de hals gehaald van zowel de bisschop van Utrecht als het stadsbestuur van Kampen. Hierdoor spanden beide partijen samen tegen Van Putten. In 1375 belegerden de bisschop en de Kampenaren Puttenstein. Na een belegering van twee maanden werd het roofriddersslot tot op de laatste steen vernietigd. Van Putten kreeg een nieuw kasteel aangewezen, Old Putten, waar hij rond 1377 volgens bronnen ‘van hartzeer stierf’.
Er zijn ook originele bronnen uit de middeleeuwen bewaard gebleven met betrekking tot de belegering van Puttenstein. In het Gelders Archief liggen namelijk drie brieven die deze belegering bespreken. Maar dat is een verhaal voor een andere keer.
De klaagbrief van de schepenen van Elburg is bewaard in het Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Inv. 1001.1.1.15.1591.
Roos in’t Velt
|
|
|
Verhaal van Gelderland

Erfgoed Gelderland ging vorig jaar op zoek naar de vijftig belangrijkste kunstobjecten uit de Gelderse kunstgeschiedenis, van de middeleeuwen tot nu. In een nieuwe videoserie van vier afleveringen duikt kunsthistoricus Jochem van Eijsden aan de hand van deze sleutelwerken in de geschiedenis van de Gelderse kunst. De vorm, functie en de relatie tot de mens staan centraal.
|
|
|
|
Na het succes van vorig jaar zal er ook deze zomer, op 26 en 27 augustus, weer een Verhaal van Gelderland Festival plaatsvinden. Bekijk de bovenstaande nieuwe trailer voor meer info.
|
|
|
|
|